Onderzoeksprojecten

Plotse hartdood

De genetische factoren van erfelijke hartziekten die gepaard gaan met plotse hartdood op jonge leeftijd Prof. dr. Connie Bezzina en Prof. Arthur Wilde

Wetenschappelijk onderzoek in de afgelopen decennia heeft geresulteerd in de ontdekking van de genetische oorzaak van een belangrijk aantal zeldzame erfelijke hartziekten die gepaard gaan met plotse hartdood op jonge leeftijd. Deze doorbraak heeft ertoe geleidt dat het in de klinische praktijk nu mogelijk is om een diagnose te stellen met behulp van genetische diagnostiek. Echter, de rol van genetisch onderzoek in het voorspellen van het ziektebeloop, bijvoorbeeld de leeftijd van ontstaan en ernst van klachten, is op dit moment beperkt.

Studies in families aangedaan met een erfelijke hartaandoening hebben aangetoond dat er grote verschillen bestaan in het ziektebeloop tussen familieleden die hetzelfde genetische defect dragen. Deze observaties geven aan dat het ontstaan en beloop van erfelijke hartziekten waarschijnlijk niet verklaard kan worden door één genetisch defect. Het is aannemelijk dat de overerving van andere genetische factoren een rol speelt in het bepalen van de ernst van symptomen.

Dankzij ondersteuning van de Horstingstuit Foundation kan de groep Erfelijke Hartziekten van het Amsterdam UMC (onder leiding van Prof. Connie Bezzina en Prof. Arthur Wilde) het volledige genoom van 500 patiënten met een erfelijke hartziekte bepalen, met als doel het ontrafelen van genetische factoren die het ziektebeloop beïnvloeden. De patiënten die hiervoor geselecteerd zullen worden, dragen allen hetzelfde genetische defect (een zogenoemde ‘foundermutatie’) wat een uitgelezen mogelijkheid biedt om genetische modifactoren op te sporen. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden in samenwerking met andere Universitair Medische Centra in Nederland.

De identificatie van genetische factoren die het ziektebeloop beïnvloeden zal in de toekomst een belangrijke rol spelen in de behandeling van patiënten met erfelijke hartziekten door middel van betere (gepersonaliseerde) risicovoorspelling en behandeling. Daarnaast kan dit onderzoek, indien succesvol, als blauwdruk dienen voor genetisch onderzoek naar andere erfelijke (hart)-ziekten.